Hieronder vindt u vragen en antwoorden over de Clinical Trials Regulation (CTR) specifiek voor de situatie in Nederland.
Contactgegevens
Voor vragen over de toetsing van geneesmiddelenonderzoek in Nederland kunt u mailen naar: ctr@ccmo.nl.
U kunt in dat geval contact opnemen met de contactpersoon voor geneesmiddelenonderzoek in de betreffende UMC. Hieronder staan de e-mailadressen voor vragen over geneesmiddelenonderzoek van de zeven UMC’s in Nederland.
|
Universitair Medisch Centrum |
Organisatie Identificatienummer |
Organisatie naam (in OMS) |
Contact |
|
Amsterdam UMC |
ORG-100008355 |
Amsterdam UMC | |
|
Erasmus MC |
ORG-100008976 LOC-100036216 |
Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam | |
|
LUMC |
ORG-100014145 |
Leiden Universitair Medisch Centrum | |
|
Radboud UMC |
ORG-100023234 |
Stichting Radboud universitair medisch centrum |
integraalkwaliteitssysteemwetenschappelijkonderzoek@radboudumc.nl |
|
Maastricht UMC |
ORG-100030727 |
University Hospital Maastricht | |
|
UMC Groningen |
ORG-100022118 |
Universitair Medisch Centrum Groningen | |
|
UMC Utrecht |
ORG-100008351 |
UMC Utrecht |
Onderzoeksdossier
Het is niet nodig om hiervoor opnieuw toestemming te vragen. Voor deelnemers die nog in de studie zitten, zou deze wijziging eventueel bij een volgend update van de PIF meegenomen kunnen worden zodat ze hiervan op de hoogte zijn. Het kan ook op andere manieren gecommuniceerd worden, bijvoorbeeld mondeling of via een website, hier zijn geen richtlijnen voor.
Voor geneesmiddelenonderzoek dat via CTIS wordt ingediend volgens de regels van de CTR vervallen het ABR- en EudraCT-formulier.
Nee, de CTR voorziet hier niet in. Om te kunnen blijven borgen dat de afspraken die gemaakt worden met betrekking tot publicatie en beëindiging van het onderzoek, conform de Richtlijn Beoordeling onderzoekscontracten, zijn vragen hierover opgenomen in het formulier 'Compensation for trial participants, investigator, funding clinical trial and other arrangements' (onderzoeksdossier deel II). Zie voor dit formulier: Financial and other arrangements.
Nee, een onafhankelijk deskundige is niet meer verplicht onder de CTR.
De CCMO-templates zijn verplicht met uitzondering van het template CV onderzoeker.
Voor de Verklaring Geschiktheid Onderzoeksinstelling (VGO) moet een ondertekende versie worden ingediend, waarbij een gevalideerde digitale handtekening ook wordt geaccepteerd. Voor het CV van de hoofdonderzoeker is een handtekening niet nodig, bij voorkeur wordt een ongetekende versie ingediend. Een handtekening wordt beschouwd als een persoonsgegeven. Elk document met een handtekening dat moet worden gepubliceerd op basis van de transparantieregels van CTIS moet worden geredigeerd (zie: Bewerkte en niet-bewerkte documenten).
Op 18 juni 2024 zijn aangepaste transparantieregels van CTIS van kracht geworden (zie: Transparantievoorschriften: algemene informatie). Op grond van deze herziene transparantieregels worden het CV en de VGO niet meer op het publieke portaal van CTIS gepubliceerd.
Documenten zoals vragenlijsten en dagboekjes die gebruikt worden om eindpunten van het onderzoek te registreren, moeten beschreven worden in het onderzoeksprotocol. Deze documenten kunnen als bijlage bij het protocol worden gevoegd, of als losse documenten in CTIS worden ingediend in de Protocol-sectie (documentcode: D4). Zie ook de pagina over het protocol.
Voor geneesmiddelenonderzoek dat vóór 1 november 2021 is ingediend, kan nog gebruik worden gemaakt van een Onderzoeksverklaring. Het gebruik van de Verklaring Geschiktheid Onderzoeksinstelling (VGO) is vrijwillig voor studies ingediend vóór 1 november 2021.
Nee, het volstaat om het EU Clinical Trial-nummer zonder de laatste twee cijfers in de documenten zelf te vermelden. De laatste twee cijfers verwijzen naar of het een eerste indiening is (EU-clinical trial nummer eindigt op -00) of een her-indiening van hetzelfde dossier (EU-clinical trial-nummer eindigt op -01 of hoger). Door deze laatste twee cijfers weg te laten in de documenten wordt voorkomen dat bij een herindiening het EU clinical trial-nummer in de documenten moet worden aangepast.
CTIS
Nee, dat is niet toegestaan. In CTIS moeten alleen de centra worden aangemeld waarvoor de set documenten compleet is. Dat betekent een getekend VGO, een CV en een verklaring belangen en nevenfuncties van de hoofdonderzoeker.
Elke affiliate moet apart worden geregistreerd in het OMS systeem en krijgt een uniek ID. Het OMS maakt onderscheid tussen organisatie-ID's en locatie-ID's, waarbij organisaties landspecifiek zijn en locaties onder een organisatie in datzelfde land gevestigd zijn. Per land wordt dus een organisatie met locatie(s) aangemaakt. Zie voor meer informatie het document op de EMA-website.
De volgende organisaties moeten in OMS geregistreerd zijn voor gebruik in CTIS: sponsoren of co-sponsoren, externe contactanten (bijvoorbeeld CRO), onderzoekslocaties in de EEA, en vergunninghouder geneesmiddel.
Productregistratie
De EudraVigilance productdatabase (XEVPMD) is van toepassing voor geneesmiddelen die toegelaten zijn in de EU (AMP's) en voor IMP's die worden gebruikt in klinisch onderzoek. Ook de actieve stof dient geregistreerd te worden. Zie voor meer informatie het document op de EMA-website.
Indiening
Nee. Het toevoegen van een nieuw deelnemend centrum is een substantiële wijziging (van deel II), welke pas kan worden ingediend in een lidstaat als:
- de desbetreffende lidstaat een positief besluit heeft afgegeven over het onderzoek; en
- er in de desbetreffende lidstaat geen ander substantieel amendement beoordeeld wordt van hetzelfde deel van het dossier.
Zie voor meer informatie Indiening van een substantiële wijziging.
Een tijdelijke vervanging van een hoofdonderzoeker moet worden gemeld als een substantiële wijziging over deel II, waarbij het CV en de verklaring van belangen van de vervangende hoofdonderzoeker worden ingediend. Bij de details van de deelnemende centra (Trial Sites) in CTIS moeten de gegevens van de oude hoofdonderzoeker blijven staan, en diens CV en verklaring van belangen moeten niet worden verwijderd, zodat er geen wijzigingen in CTIS nodig zijn zodra de hoofdonderzoeker terugkeert. Het is niet nodig om de terugkeer van de oude hoofdonderzoeker te melden, het is voldoende om dit te noemen in de aanbiedingsbrief van de eerstvolgende Substantiële Wijziging (SM).
Nee, er is geen marginale toets door de bevoegde instantie (CCMO of ministerie van VWS) meer voor nieuw geneesmiddelenonderzoek.
Veiligheidsrapportage
Voor studies die onder de CTR vallen geldt dat alle SUSAR's moeten worden gemeld via EudraVigilance. Dat betekent dat elke sponsor van geneesmiddelenonderzoek toegang tot EudraVigilance moet hebben of deze moet aanvragen bij de EMA. De jaarlijkse veiligheidsrapportage (ASR/DSUR) moet worden ingediend via CTIS.
Dit is hetzelfde als onder de oude regelgeving (Directive 2001/20/EC (CTD)). De onderzoeker dient de SAE binnen 24 uur nadat deze is ontdekt, te melden aan de sponsor. In het protocol is gedefinieerd voor welk type SAE geen directe melding vereist is. De sponsor neemt een geaggregeerde tabel van SAE's op in de jaarlijkse veiligheidsrapportage (ASR) die via CTIS moet worden ingediend. Individuele SAE's worden niet gemeld in CTIS. Als een SAE vermoedelijk gerelateerd is aan het IMP en niet omschreven staat in de Reference Safety Information, moet de SAEals SUSAR gerapporteerd worden. Deze moeten ingediend worden via Eudravigilance.
Nee, SUSAR's moeten altijd bij EudraVigilance ingediend worden.
Trial register
Ja, het publieke deel van CTIS is een register dat wordt erkend door de WHO en dat voldoet aan de vereisten voor prospectieve registratie van de International Committee of Medical Journal Editors (ICMJE) voor publicatie in wetenschappelijke tijdschriften.
Nee, CTIS is specifiek voor de indiening en beoordeling van geneesmiddelenonderzoek dat in de Europese Unie wordt uitgevoerd.