Een actievere rol voor patiënten in medische wetenschapsbeoefening - dr. Eric Vermeulen
Subsidiegevers, toetsende instanties, patiëntenorganisaties en veel onderzoekers zijn het erover eens dat patiënten een actievere rol moeten krijgen in het hele traject van wetenschappelijk onderzoek, van het schrijven van een protocol tot en met de publicatie. Deelnemerparticipatie dus. CCMO-deelnemerlid Dr. Eric Vermeulen vertelde wat er allemaal gaande is rond deelnemers in wetenschappelijke studies.
Een van de belangrijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren is de groeiende aandacht voor deelnemerparticipatie. Het woord ‘deelnemer’ in plaats van ‘proefpersoon‘ is onderdeel van die verandering. Ook de ‘proefpersonenleden’ in medisch-ethische toetingscommissies (METC’s) en de CCMO heten nu ‘deelnemerleden’. Op de CCMO-website wordt de term proefpersoon ook voor het einde van het jaar overal vervangen door (onderzoeks)deelnemer. Dat gebeurt vooruitlopend op de aanpassing van de wet, die nog spreekt van proefpersonen.
Vermeulen legde uit dat een actievere rol van deelnemers bij het opzetten, uitvoeren en zelfs publiceren van wetenschappelijke studies verschillende voordelen heeft. Het kan de kwaliteit en relevantie van het onderzoek ten goede komen als patiënten met een bepaalde ziekte, of hun naasten, meedenken over de vraagstelling. Bij de uitvoering kan betrokkenheid van patiënten en hun organisaties van grote waarde zijn bij het vinden van voldoende deelnemers. En patiënten(organisaties) kunnen bijdragen aan het verspreiden en implementeren van de uitkomsten. Niet voor niets vragen steeds vaker subsidiegevers, maar ook vaktijdschriften, om bewijs dat de onderzoekers aandacht hebben besteed aan patiëntenparticipatie.
Vragen
Medisch-ethische toetsing is bij uitstek een moment om aandacht te besteden aan patiëntenparticipatie. Vermeulen vertelde hoe de CCMO op initiatief van de deelnemerleden het
algemeen beoordelings- en registratieformulier (ABR-formulier) had aangepast, dat wordt ingevuld bij Nederlands onderzoek. De nieuwe vragen gaan over de betrokkenheid van patiënten en hun naasten en van patiëntenorganisaties. Bedoeling daarvan is om onderzoekers te stimuleren om patiënten meer bij hun onderzoek te betrekken.
De vragen geven de (deelnemer)leden van METC’s en CCMO een indruk van de inbreng van patiënten. Volgens Vermeulen zijn de antwoorden echter niet altijd gemakkelijk te duiden. Er vindt nu onderzoek plaats naar de antwoorden op de specifieke vragen die zijntoegevoegd en de interpretatie ervan door onderzoekers. Ook wordt gewerkt aan Europese afspraken rond patiëntenparticipatie. De regels voor klinisch onderzoek worden immers in toenemende mate bepaald door Europese regelgeving, zoals de Clinical Trial Regulation (CTR).
Deelnemerleden
De aanwezigheid van deelnemerleden in METC’s en CCMO is natuurlijk ook een vorm van deelnemerparticipatie. Deze leden vertegenwoordigen het perspectief van de studiedeelnemer. Zij besteden extra aandacht aan goede en toegankelijke informatie en de (extra) belasting die deelname aan het onderzoek meebrengt voor patiënten of gezonde studiedeelnemers. Het is de bedoeling van de CCMO dat hun positie wordt versterkt, onder meer door eisen te stellen aan het niveau en de vaardigheden van deelnemerleden en door hun een training aan te bieden. Ook de jaarlijkse ‘Proefpersonendagen’ (nieuwe naam wordt nog gezocht) dragen bij aan het vergroten van de deskundigheid van de deelnemerleden.
Evaluatie
Vermeulen waarschuwde echter voor het misverstand dat hij of een ander deelnemerlid ‘het’ patiëntenperspectief kan verwoorden voor elke groep patiënten in elke studie. De extra belasting door een studie is ook voor een deelnemerlid moeilijk in te schatten. Het gaat immers meestal om een aandoening die het deelnemerlid zelf niet heeft. Het blijft volgens Vermeulen belangrijk om goed te luisteren naar de wensen van studiedeelnemers en om regelmatig te evalueren hoe zij het ervaren om mee te doen aan een studie. Kennis over ervaringen van studiedeelnemers kan onderzoekers helpen bij het ontwerpen van nieuwe studies en bij het eerlijk informeren van studiedeelnemers. En deze kennis biedt (deelnemer)leden van METC’s en de CCMO houvast bij de beoordeling van nieuwe protocollen. Aandacht voor de studiedeelnemer zal in de komende jaren dan ook een belangrijk onderwerp blijven voor de CCMO.