Voorbereiding implementatie EU-verordening geneesmiddelenonderzoek

Ook in 2020 heeft de CCMO belangrijke stappen gezet in de voorbereidingen voor de implementatie van de Europese verordening voor klinisch geneesmiddelenonderzoek (Clinical Trial Regulation, EU no 536/2014 (CTR)) in de Europese Unie. Het doel van deze verordening is de beoordeling van geneesmiddelenonderzoek in de EU te harmoniseren en te versnellen, zodat nieuwe geneesmiddelen sneller op de markt kunnen komen waardoor patiënten er eerder van kunnen profiteren. Om dit te realiseren wordt de beoordeling van geneesmiddelenonderzoek een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle EU-lidstaten. In voorbereiding op de CTR vergadert de CCMO sinds oktober 2020 twee keer in plaats van één keer per maand.

EU-portaal CTIS live in december 2021

Het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) heeft in juni 2020 bekendgemaakt dat de datum waarop de CTR van toepassing wordt gepland staat voor 1 december 2021. Om deze datum te kunnen halen moet het EU-portaal met de naam Clinical Trials Information System (CTIS) medio 2021 op basis van een onafhankelijke audit voldoende geschikt worden bevonden, zodat het systeem live kan gaan in december 2021. Daarmee wordt ook de CTR van toepassing.

CTIS wordt gebouwd voor de implementatie van de CTR en wordt het centrale portaal voor het indienen en de beoordeling van geneesmiddelenonderzoek in de EU. De CCMO is namens Nederland vertegenwoordigd in de CTIS expertgroep, die de EMA adviseert bij het inrichten van het systeem. Tevens maakt de CCMO deel uit van de gebruikerstestgroep. Het vaststellen van de geplande datum van 1 december 2021 waarop de CTR van toepassing zal worden heeft bij de EMA geleid tot een meer holistische benadering, het definiëren van een minimal viable product en het vervangen van een gebruikerstestgroep met vertegenwoordigers van alle lidstaten en een sponsorgroep door een kleinere groep van testers op specifieke onderdelen.

Eind 2020 is de EMA gestart met een mastertraining voor lidstaten over de functionaliteit van CTIS. Twee medewerkers van de CCMO volgen deze training, die het principe volgt van 'train de trainer'. De twee mastertrainers gaan in 2021 de CTIS-training verzorgen voor de bureaus van de CCMO en de 12 erkende medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) die vanaf december 2021 het geneesmiddelenonderzoek volgens het nieuwe systeem gaan beoordelen.

Pilot voor verordening

Naast de CCMO draaien sinds januari 2017 ook 12 erkende METC’s mee in de Vrijwillige Harmonisatie Procedure (VHP) met de bevoegde instanties van andere lidstaten bij de beoordeling van multinationaal geneesmiddelenonderzoek. De VHP vertoont grote procedurele overeenkomsten met die van de verordening, maar de VHP heeft geen formele status. Door ervaring op te doen met de procedures van de VHP zijn het Landelijk Bureau en de METC’s straks goed voorbereid op het uitvoeren van de nieuwe regels onder de CTR. Het Landelijk Bureau van de CCMO draagt zorg voor de coördinatie en de ondersteuning. De METC is verantwoordelijk voor de beoordeling van het onderzoeksdossier.

Uit de ervaring die bij deze beoordelingen is opgedaan is naar voren gekomen dat het vastleggen van de beoordeling van de preklinische gegevens en de productinformatie in het beoordelingsrapport een kwetsbaar onderdeel is in het proces. De CCMO en de METC's zijn overeengekomen dat voor vroege-fase geneesmiddelenonderzoek en multinationale onderzoeksdossiers waarbij Nederland rapporteur is, het gewenst is dat de technische voorbewerking van de productinformatie in het Investigational Medicinal Product Dossier (IMPD) centraal plaatsvindt. In 2020 is de pilot met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), de CCMO en twee METC’s afgerond waarin de haalbaarheid van een centrale voorbewerking van het IMPD werd onderzocht. De conclusie was dat de voorbewerking van het IMPD door kwaliteitsbeoordelaars van het CBG en de samenwerking met de ziekenhuisapotheker van de METC haalbaar is. Het brengt de rapportage over de IMPD-beoordeling op een hoger peil. Dit heeft ertoe geleid dat de CCMO in 2020 een samenwerking met het CBG is aangegaan (voorlopig voor de duur van een jaar) om bij meer onderzoeksdossiers een voorbewerking van het IMPD-beoordelingsrapport te maken. De toetsingscommissie blijft verantwoordelijk voor de totale risicobeoordeling van het onderzoek.

Verder zijn de CCMO en de METC’s gestart met een nationale pilot om meer ervaring op te doen met het schrijven van het beoordelingsrapport. De reden hiervoor was dat het aantal VHP-dossiers waarmee geoefend kan worden te laag is om voldoende expertise op te bouwen. In de nationale pilot wordt gebruikgemaakt van geneesmiddelendossiers die in het kader van een WMO-beoordeling bij de toetsingscommissie wordt aangeboden.

Veiligheidsbeoordelingen onder de CTR

In samenwerking met het UMC Utrecht heeft in 2020 een student geneeskunde stage gelopen bij de CCMO. De opdracht van deze wetenschapsstage was een inventarisatie van de huidige werkwijze van de toetsingscommissies bij de beoordeling van SAE’s, SUSAR’s en jaarlijkse veiligheidsrapportages en hoe de toetsingscommissies deze werkwijze in de toekomst zien wanneer de lidstaten moeten samenwerken bij de beoordeling van veiligheidsinformatie.

Uit de inventarisatie bleek dat de werkwijze onder toetsingscommissies niet uniform is, dat zij de veiligheidsbeoordeling als een enorme belasting ervaren en dat ze  twijfels hebben over de doeltreffendheid van deze inspanning. Alle toetsingscommissies die aan deze inventarisatie hebben meegedaan gaven aan dat deze taak meer centraal belegd en gecoördineerd moet worden. Mede omdat onder de CTR lidstaten worden aangewezen als safety assessing Member State (saMS) waarbij één lidstaat verantwoordelijk wordt voor de beoordeling van de veiligheidsinformatie van een aantal producten. Centralisatie zorgt voor meer overzicht, een grotere kans om een relevant signaal op te pikken, minder dubbel werk, bevordering van deskundigheid en duidelijke verantwoordelijkheden. De Europese Commissie heeft hiertoe een uitvoeringshandeling (Implementing Act) in voorbereiding. De CCMO is gestart met oriënterende gesprekken met het CBG en het Lareb over de nadere invulling wanneer Nederland saMS is.

Tarieven

De CCMO krijgt vanaf het moment dat de CTR van toepassing wordt de taak bij indieners centraal tarieven te innen voor de beoordeling van geneesmiddelenonderzoek en onderzoek naar medische hulpmiddelen, en aan de betreffende toetsingscommissie een vergoeding voor het beoordelingswerk uit te betalen. In 2020 heeft de CCMO op grond van een inventarisatie van de huidige tarieven en in overleg met de toetsingscommissie en het ministerie van VWS een voorstel uitgewerkt voor de hoogte van de tarieven. De toetsingscommissies konden tot eind januari 2021 reageren op het voorstel.

De meeste METC’s waren akkoord met de hoogte van de voorgestelde tarieven. Er blijven wel wat zorgen of de tarieven kostendekkend zijn. De tarieven kunnen echter jaarlijks worden aangepast mochten ze niet kostendekkend zijn. Verder waren er nog vragen over de kosten voor de beoordeling van de veiligheidsinformatie, de criteria waarop een onderzoek in aanmerking komt voor het lagere tarief van niet-commercieel onderzoek en de wijze van facturatie.