J1. Vergoedingen proefpersonen

Dit is alleen van toepassing als de informatie in het ABR-formulier niet voldoende is. Voor de hoogte van de vergoeding aan proefpersonen bij deelname aan een klinisch onderzoek bestaan geen gedetailleerde voorschriften. De CCMO heeft verschillende in de literatuur beschreven modellen en mogelijke criteria bij de beoordeling geïnventariseerd en besproken met de erkende METC’s. Uiteindelijk is de CCMO samen met de erkende METC's tot een consensus gekomen. Deze staat beschreven in het CCMO-statement vergoedingen voor proefpersonen en onderzoekers. De CCMO gebruikt het statement als uitgangspunt bij de beoordeling van voorgenomen vergoedingen voor proefpersonen. Voor de erkende METC's zal het statement richtinggevend zijn.

De belangrijkste elementen die als houvast dienen bij de beoordeling van een voorgenomen vergoeding aan proefpersonen zijn:

  • gemaakte onkosten worden altijd vergoed
  • een vergoeding is gebaseerd op tijdsinvestering, op basis van het minimumloon en de belasting van het onderzoek
  • een hogere vergoeding is niet uitgesloten, mits daarvoor voldoende redenen zijn
  • risico is geen onderdeel van de vergoeding
  • het type onderzoek (therapeutisch of niet- therapeutisch) en de fase van het onderzoek kunnen worden gebruikt om te bepalen of een vergoeding aan patiënten aangewezen c.q. acceptabel is.