J2. Vergoedingen onderzoekers en centra

Dit is alleen van toepassing als de informatie in het ABR-formulier niet voldoende is. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het financiële deel van het contract tussen sponsor, onderzoeker en onderzoeksinstelling.

Voor de hoogte van de vergoeding aan onderzoekers en centra bij deelname aan een klinisch onderzoek bestaan geen gedetailleerde voorschriften. De CCMO heeft verschillende in de literatuur beschreven modellen en mogelijke criteria bij de beoordeling geïnventariseerd en besproken met de erkende METC’s. Uiteindelijk is de CCMO samen met de erkende METC's tot een consensus gekomen. Deze staat beschreven in het CCMO-statement vergoedingen voor proefpersonen en onderzoekers. De CCMO gebruikt het statement als uitgangspunt bij de beoordeling van voorgenomen vergoedingen. Voor de erkende METC's zal het statement richtinggevend zijn. De belangrijkste elementen die als houvast dienen bij de beoordeling van een voorgenomen vergoeding aan onderzoekers of centra zijn:

  • gemaakte onkosten worden altijd vergoed
  • een vergoeding is gebaseerd op tijdsinvestering en de voor die beroepsgroep gangbare uurvergoeding
  • een extra vergoeding is niet wenselijk
  • persoonlijk gewin is niet acceptabel
  • gewin voor de instelling of het onderzoeksinstituut is binnen redelijke grenzen acceptabel
  • afspraken over vergoedingen tussen opdrachtgever, uitvoerder en instelling moeten zijn vastgelegd in een contract. Dit contract is opvraagbaar bij de beoordeling van het onderzoeksprotocol.