Definitie

De definitie van bevolkingsonderzoek, zoals gehanteerd in de Wet op het bevolkingsonderzoek (Wbo) is:
‘geneeskundig onderzoek van personen dat wordt verricht ter uitvoering van een aan de gehele bevolking of aan een categorie daarvan gedaan aanbod dat gericht is op het ten behoeve van de te onderzoeken personen opsporen van ziekten van een bepaalde aard of van bepaalde risico-indicatoren’.

Deze definitie bevat een aantal elementen:

  • Er moet sprake zijn van een geneeskundig onderzoek binnen het bevolkingsonderzoek;
  • Het onderzoek moet worden verricht onder de gehele bevolking of een categorie daarvan, waarmee wordt gedoeld op screening. Het onderzoek moet aan de bevolking of -groep worden aangeboden, bijvoorbeeld door individuele oproepen, advertenties of andere algemene mededelingen, zoals in de wachtkamer van de praktijk.
  • Het onderzoek dient mede ten behoeve van de te onderzoeken personen plaats te vinden, zodat het gaat om een individueel resultaat van het onderzoek dat voor iedere deelnemer kan worden ingezet om er gezondheidsvoordeel uit te halen. ‘Mede’ betekent dat het mogelijk ook ‘proefbevolkingsonderzoek’ is, en een medisch-wetenschappelijk karakter kan dragen.
  • Het begrip ziekten moet ruim worden opgevat, zoals aandoeningen, pijn, verwondingen, gebreken, tekorten of anderszins een toestand van lichamelijk of psychisch niet-welbevinden.
  • Met risico-indicatoren wordt gedoeld op ‘een gegeven van een individu, dat informatie bevat betreffende de hoogte van het, naar tijdsbestek en klinische manifestatie omschreven, risico van dat individu. Zij vergroten de kans op het krijgen van bepaalde ziekten.’